Isabelle de Meyer i.s.m. ‘Cheiron. Lezingen en podcast’ – Enthousiaste etymologieën: de oorsprong van θεός, deus en god

Op 17 februari zal niet de vraag “waar komt God vandaan?” centraal staan, maar “waar komt het woord voor ‘god’ vandaan?”. Tijdens de lezing zal ik me immers in de eerste plaats toespitsen op het Griekse woord θεός, het Latijnse deus en het Nederlandse god zelf. Enerzijds zal ik jullie vertellen waar de woorden vandaan komen, of met andere woorden, wat die termen voor ‘god’ betekenden alvorens ‘god’ te beduiden. Zo zal ik me richten op de oorspronkelijke betekenis van de stam van θεός, die onder meer nog kan worden teruggevonden in de Latijnse en Griekse woorden fānum, fēstus, θέσπις en θεωρία. Ik zal jullie eveneens toelichten waarom de Griekse woorden die afgeleid zijn van dezelfde stam van deus, nooit de betekenis ‘god(delijk)’ dragen. Anderzijds zal ik ook dieper ingaan op de evolutie van de woorden voor ‘god’. Waarom, bijvoorbeeld, betekenen de Romaanse derivaten van het Latijnse deus nog steeds ‘god’, maar het aan deus verwante woord in de Iraanse talen ‘demon’? Of waarom werd er uit de meer dan tien (!) Germaanse woorden voor ‘god’ die in het eerste millennium na Christus voorhanden waren, voor god “gekozen” als naam voor de christelijke godheid?

Geen nood, u heeft geen speciale voorkennis van historische taalkunde nodig. De lezing zal zich in de eerste plaats toespitsen op Oudgriekse (Homerische) teksten en vervolgens ook op enkele Latijnse en Germaanse bronnen. Hier en daar zal er teruggegrepen worden naar een Oudperzische, Vedische of Russische uitdrukking.

 

Je kan deze lezing hier herbekijken.