Podcast episode 3: de familie Rogge

Het is alweer tijd voor een nieuwe episode in onze podcast-reeks, waarin enkele van onze alumni terugblikken op hun tijd aan onze faculteit en in onze afdeling. Wat houdt hen deze dagen zoal bezig, wat betekenen Grieks en/of Latijn nog voor hen, en hoe denken ze terug aan hun studententijd? Deze #memoiresvaneenhellenist bevatten leuke anekdotes, een vleugje nostalgie en vooral veel liefde voor de klassieke talen. In onze nieuwe episode spreken we met de voltallige familie Rogge: Pieter, Alexandra, Sabien en Harry. Deze episode klinkt een beetje anders, want de drie ‘klassieke’ gezinsleden worden aan de tand gevoeld door niet-classicus Pieter. Hij ondervraagt hen over hun herinneringen aan prof. Herman Van Looy, en ook over enkele ‘niet-zo-opbeurende’ thema’s. Luister maar… 

 

 

Pieter: Mijn naam is Pieter Rogge en ik studeer geschiedenis aan de universiteit van Gent. Al 22 jaar lang leef ik samen met drie classici, een ware tantaloskwelling als je het mij vraagt. Ik stel ze even kort aan jullie voor. Mijn papa Harry studeerde van 1983-1988, mijn mama Sabien De Coene, studeerde van 1985-1989 en mijn zus Alexandra studeerde van 2013-2018. Alle drie zijn ze werkzaam in het onderwijs. Voor hen enkele vragen. Mijn eerste vraag: ‘Waarom zijn jullie deze richting gaan studeren?’ 

Sabien: Voor mij was dat nogal duidelijk. Mijn ouders hadden mij op zeer jonge leeftijd al meegenomen naar de Griekse eilanden en de passie die ik daar had, is aangewakkerd door mijn leerkrachten Grieks in het humaniora.  

Harry: Bij mij had het eigenlijk eerder te maken met de leerkrachten die ik gehad heb. Ik heb een tijdje getwijfeld tussen verschillende richtingen. Uiteindelijk is het toch klassieke geworden, omdat we een fantastische, gepassioneerde en bevlogen leraar hadden. Ik vond het ook zonde om alle moeite die ik geïnvesteerd had in het studeren van Latijn en Grieks verloren te zien gaan. Vandaar dat ik met klassieke filologie begonnen ben. 

Alexandra: Bij mij was het gewoon onder dwang. (Harry en Sabien lachen). Neen, dat is niet waar.  

Sabien: Een klein beetje wel. 

Alexandra: Ja, een klein beetje wel. (Gelach houdt aan) Ik deel de mening van mijn papa. Ik ben ook klassieke gaan studeren, omdat ik het jammer vond dat ik zes jaar tijd had gestoken in die twee talen en dat ik het nooit meer zou kunnen doen.  

Pieter: Dat zijn allemaal duidelijke antwoorden. Een tweede vraag: Welke persoon heeft je in je studententijd het meest beïnvloed? 

Sabien: Goh, ik denk dat dat voor Harry en mij een beetje hetzelfde antwoord zal zijn. Ik had een mateloze bewondering voor prof. Herman Van Looy, een Euripideskenner en humanist. Hij was zeer grappig en bevlogen, maar hij kon ook zeer streng zijn.  

Pieter: Is Harry daarmee akkoord? Of heb je daar nog iets aan toe te voegen?  

Harry: Ik ga volledig akkoord! Als er één iemand is die er echt wel met kop en schouders bovenuit steekt, dan is het wel prof. Van Looy. Niet alleen was hij een zeer erudiet professor, maar bovendien kon hij ook allerlei wetenswaardigheden achteloos rondstrooien. Wat hem nog meer onderscheidt van alle anderen, was dat hij bijzonder grappig was. Hij kon zeer ironisch en soms zelfs zeer cynisch zijn (Sabien knikt instemmend). Hij genoot daar zelf ook van, aangezien hij dan met een monkellachje zat te kijken naar de leerlingen. Een fantastische professor met andere woorden! 

Sabien: Ja, absoluut! 

Alexandra: Voor mij is het niet zozeer een professor, hoewel ik graag les gehad heb van de proffen Grieks en Latijn aan de UGent. Voor mij is het eerder een persoon, met name mijn beste vriend Gaëtan Rubbrecht. Vooral omdat wij veel hebben samengewerkt gedurende de jaren. Mijn eerste herinnering aan de unief is ook aan hem gekoppeld, omdat we beiden verdwaald waren voor de eerste les Grieks. We hebben elkaar toen toevallig gevonden in de gangen van de Blandijn en zo zijn we samen vertrokken naar de eerste les Grieks, gegeven door prof. De Groote.  

Pieter: Dat zijn een aantal groten der aarde die lesgaven in de klassieke die opgesomd worden. (nvdr naast de andere proffen Grieks en Latijn die wegens tijdslimiet niet bij naam vernoemd werden in dit interviewOver naar mijn volgende vraag. Welke passage uit de Griekse literatuur ligt je het nauwst aan het hart?  

Harry: In mijn geval heeft dat opnieuw alles te maken met prof. Van Looy. Ik had het moeilijk om te kiezen en vandaar ga ik twee zaken naar voor schuiven. Enerzijds de volledige tekst van de ‘Vogels’ van Aristofanes. De combinatie van de geniale woordkunst van Aristofanes met prof.  Van Looy – uitgerekend hij die dat op zijn eigen wijze kon geven – heeft een enorme indruk op mij achter gelaten. Voor ons was het een godsgeschenk dat we de komedie bij hem mochten lezen. Anderzijds als ik het over een welbepaalde passus moet hebben, dan kies ik voor een ontroerend fragment uit de ‘Odyssee’ van Homeros, namelijk de scene waarin Odysseus na twintig jaar zwerven terug thuis komt en in de buurt van het paleis een oude, verwaarloosde hond, genaamd Argos, zijn meester terugziet. Hij begint te kwispelstaarten en probeert zijn kop nog te rechten, maar hij kan niet meer bij zijn baasje komen. Uiteindelijk wanneer Odysseus vertrokken is, sterft hij. We hebben zelf thuis een hond en herkennen dit zo goed. Je moet al een hart van steen hebben om door deze passage niet ontroerd te worden.  

Je moet al een hart van steen hebben om door deze passage niet ontroerd te worden.  

Sabien: Ik zou mij daar bij aan kunnen sluiten, want ik heb ook zeer graag Homeros gelezen en diezelfde passage natuurlijk, maar het zou een beetje saai zijn mocht ik hetzelfde antwoorden. Ik heb bij diezelfde prof. Van Looy de tragedie gelezen over Medeia, een tragedie over kindermoord. Ik was daar bijzonder door gefascineerd, want hij had in die tijd onderzoek gedaan met prof. Gijsbrecht, professor psychologie. Ik vond dat zeer interessant en de tragedie op zich heb ik ook altijd zeer tof gevonden, in zoverre dat ik deze nu nog altijd gebruik in mijn lessen mythologie.  

Alexandra: Ik ga wel een beetje saai zijn en ik sluit mij wel aan bij wat mijn papa heeft gezegd. Ik heb altijd heel graag Homeros gelezen, ook heel graag Herodotos, maar echt een specifieke passage vind ik moeilijk om te kiezen. Ik las ook zeer graag die van Argos en ook zeker de ‘Ilias’ en vooral de ‘Odyssee’ in het geheel heb ik zeer graag gelezen.  

Pieter: Het valt sterk op: dieren die dood gaan, kinderen die vermoord worden… Allemaal opbeurende thema’s. (Sabien, Harry & Alexandra lachen) We kunnen dan misschien eindigen met de laatste vraag. Wat is je favoriete herinnering uit je studententijd? Hou het ‘safe for work’, dat is misschien wel aangeraden.  

Sabien: Voor mij is dat de Griekse avond waar prof. Van Looys afscheid gevierd werd. We hadden toen met een groot deel van de tweede kandidatuur gezorgd voor dat afscheid. Ik heb daar zeer mooie herinneringen aan. Daar heb ik ook ontdekt dat ik eigenlijk wel over bepaalde podiumtalenten beschikte. Het leukste moment vond ik echter op de dansvloer, waar ik samen met prof. Van Looy gedanst heb op ‘Wasted Years’ (nvdr liedje van Iron Maiden) en waar ik toch wel onder de indruk was dat hij fysiek nog altijd in staat was om uit de bol te gaan. Indrukwekkend man, mooie herinnering!  

Harry: Kwestie van in staat te zijn om fysiek uit de bol te gaan. We hebben dat ontelbare keren gedaan in onze gerenommeerde stamcafé het ‘Zwarte Woud’. Eigenlijk buiten de poort van de universiteit zelf heb ik daar talloze, fantastische uren gesleten met allerlei zeer goede vrienden. Het is ook vooral de zorgeloosheid die je op dat moment had. Dit zorgde voor een gevoel van vrijheid waar ik eigenlijk achteraf bekeken toch wel heimwee naar heb. Het waren allemaal onvergetelijke momenten.  

Alexandra: Bij mij zijn alle herinneringen die mij het nauwst aan het hart liggen geconnecteerd met één vriendengroep die bestaat uit acht personen. (nvdr Alexander Vandewalle, Gaëtan Rubbrecht, Sven Vandendriessche, Stef Moens, Emma Vanden Berghe, Manon D’haeyere, Bert Durieux en Alexandra Rogge) We kennen elkaar al sinds de eerste bachelor en hebben heel veel leuke dingen meegemaakt zoals naar kerstmarkten gaan, verschillende etentjes… Nu proberen we nog altijd – aan de universiteit deden we dit ook al – ieder jaar één keer naar de Ardennen te gaan. Dat is een driedaagse met veel eten, veel gedans, veel gezelschapsspelletjes, veel wandelingen, veel stokgevechten en veel herinneringen uit een zeer toffe tijd. 

Sabien: Ik denk voor ons alle drie! 

Alexandra: We zouden het allemaal opnieuw doen. 

Harry: Aan de Blandijnberg is ons leven een bepaalde richting uitgestuurd en alleen daarvoor al is ons verblijf daar onvergetelijk geworden! 

Aan de Blandijnberg is ons leven een bepaalde richting uitgestuurd en alleen daarvoor al is ons verblijf daar onvergetelijk geworden!