Podcast episode 1: Pieterjan Lamon

We trappen het nieuwe jaar af met een gloednieuwe podcast-reeks, waarin enkele van onze alumni terugblikken op hun tijd aan onze faculteit en in onze afdeling. Wat houdt hen deze dagen zoal bezig, wat betekenen Grieks en/of Latijn nog voor hen, en hoe denken ze terug aan hun studententijd? Deze #memoiresvaneenhellenist bevatten leuke anekdotes, een vleugje nostalgie en vooral veel liefde voor de klassieke talen. Pieterjan Lamon bijt de spits af en brengt ons dit mooie relaas over muziek en retoriek. 

 

 

Beste luisteraar,

Mijn naam is Pieterjan Lamon. Ik studeerde Latijn en Oudgrieks aan onze welbekende faculteit letteren en wijsbegeerte. Dit moet tussen 2011 en 2015 geweest zijn. Het was een tijd waarin er nog vakbibliotheken waren en waarin de studenten Oudgrieks professor Marc De Groote op maandagavond nog in levende lijve konden bewonderen.

Er brandt een zin op mijn lippen die ik de laatste maanden al zodanig vaak heb gehoord, dat ik nooit had gedacht dat ik ze zelf ooit nog zou willen gebruiken. Maar goed, hier komt-ie dan, hou je vast: “Wat zijn het toch vreemde tijden”. Zo, het is gezegd.

Dit voelen we overal, ook op het werk. Ikzelf ben in het onderwijs verzeild geraakt, maar niet – zoals u misschien denkt – als leraar Latijn of Grieks. Ik geef pianoles aan een groep enthousiaste leerlingen van alle leeftijden in het DKO, en het vak muzikale opvoeding in het SO. Na mijn jaren aan de Blandijn ben ik namelijk naar het conservatorium getrokken voor de opleiding klassieke muziek.

Ik verhuisde toen ook naar de buurt van het conservatorium om daar een slordige drie jaar de overbuurman te worden van – hoe verrassend kan het lot zijn – professor Mark Janse. Professor Janse zijn link met de conservatoriumwereld bleek uiteindelijk nog veel nauwer dan ik had gedacht. Enige tijd geleden zag ik hem de affiche delen met de onvolprezen Frank Nuyts, van wiens werk ik zowel vanuit het publiek als vanop het podium heb mogen genieten. Ikzelf heb de voorstelling nog niet gezien, maar de namen op de affiche doen vermoeden dat het alleen maar een absolute aanrader kan zijn.

Wat hebben deze twee opleidingen nu met elkaar te maken? Ik zou een uitgebreid relaas kunnen doen over bijvoorbeeld retoriek. Als uitvoerend muzikant ben je op je podium immers altijd redenaar, om nog maar te zwijgen over de retorische structuren en stijlfiguren waarvan muziek doordrongen is. Voor mij persoonlijk is de grootste gemeenschappelijke deler tussen de twee opleidingen de liefde voor cultuur en al wat mooi is. Het grote verschil is dan weer dat je op de Blandijn het product bestudeert, terwijl je op het conservatorium deel bent van het product.

Voor mij persoonlijk is de grootste gemeenschappelijke deler tussen de twee opleidingen de liefde voor cultuur en al wat mooi is.

De allergrootste overeenkomst is misschien dat beide opleiding je met jezelf confronteren, en dat ze je tegelijkertijd even kunnen verlossen van de werkelijkheid. Escapisme voor echte fijnproevers. Dit is iets dat ik de voorbije coronamaanden aan den lijve ondervonden heb. Net zoals het schrijven van de tekst voor deze podcast. Het doet me even mijmeren over die tijd, inmiddels vijf jaar geleden. Ik herinner me vooral de grote indruk die de professoren en docenten op me maakten. Rond ieder figuur hing een aura van mysterie en wijsheid. Na verloop van tijd bleken het gewoon mensen te zijn. Ook de geschiedschrijving van Flavius Josephus zal me nog lang bijblijven. Niet zozeer omdat deze zo bijzonder lyrisch was, maar als cursorische lectuur op het allerlaatste examen taalkunde van professor De Groote kreeg de tekst een soort Mont Ventoux-achtige gestalte op ons traject, waarvan wij als wielertoeristen over het stuur gebogen, zwetend en puffend de top bereikten.

Intussen kijken mijn twee huisgenoten me al een hele tijd vragend aan. Nestor de Jack Russel en Layla de Amerikaanse Cocker Spaniël zijn dan ook nog niet helemaal mee met de huidige opnametechnologie en vragen zich waarschijnlijk af tegen wie ik nu sta te praten. Ik vermoed dat zij ook nooit Grieks geleerd hebben. Zij zoeken hun vlucht uit deze wereld doorgaans in kauwspeeltjes en pluchen knuffels.

Hoogstwaarschijnlijk weet Nestor ook niet dat hij wegens zijn gezegende leeftijd op het moment van de adoptie, genoemd is naar de zeer gewaardeerde grijsaard uit een van de meest epische epen.

Ja, de grote invloed die de studierichting Latijn-Grieks op een mens kan hebben, zit hem soms de kleine dingen.