Medewerker van de maand (november 2020): Kristoffel Demoen

Onze #medewerkervandemaand is niemand minder dan Kristoffel Demoen, professor Griekse Letterkunde en bekend gezicht voor velen. Als onderwijsdirecteur van onze faculteit is hij op fundamentele wijze betrokken bij onderwijs, een van de maatschappelijke pijlers waarvan de huidige crisis het grote belang nog maar eens bevestigt én waarbij het zoeken naar de balans tussen virus en normaliteit daardoor niet eenvoudig blijkt. Benieuwd hoe het hem vergaat in deze ongewone tijden? We vroegen het hem via digitale (en dus coronaveilige) wegen.

Corona blijft lelijk huishouden, en dat treft helaas ook onze afdeling. We zijn met z’n allen opnieuw gaan thuiswerken en moeten contact houden met collega’s via digitale kanalen. Hoe ervaar jij die aanpassing?

Kristoffel: Tja, de aanpassing kwam deze keer niet onverwacht, en sinds de eerste lockdown weten we wat het is om online les te geven, via Teams te vergaderen, op scherm te spreken met studenten en collega’s. Het is allemaal verre van ideaal natuurlijk, en vooral de informele ontmoetingen met elkaar vind ik een groot gemis. Toch denk ik wel dat we professioneel gesproken ook nieuwe mogelijkheden hebben ontdekt. Videobellen wordt een blijver bijvoorbeeld, ook met studenten.

Je bent sinds 2018 onderwijsdirecteur van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Toen je aan die opdracht begon, had je allicht niet kunnen denken welke uitdagingen op je pad zouden komen…

Kristoffel: Voor mezelf moet ik een onderscheid maken tussen de impact van corona op het privéleven, op mijn activiteiten als Hellenist (in onderwijs, onderzoek, binnen de afdeling) en op mijn functie als onderwijsdirecteur. Zoals vele mensen mis ik de uitjes naar concert of theater, bezoek van vrienden en familie, een weekend weg – maar tegelijk brengt de gedwongen pauze ook een soort rust. Ik heb het geluk dat ik in een levensfase zit die gunstig is voor thuiswerk, en dat Covid in mijn directe omgeving nog geen slachtoffers heeft gemaakt. Mijn lessen zijn, denk ik, relatief vlot verlopen, zowel in de hybride setting van code oranje (met studenten thuis én in de leszaal) als helemaal online. Van de collega’s Grieks, en van vele anderen in de faculteit, hoor en zie ik dat ze grote inspanningen doen om de studenten niet aan hun lot over te laten. Maar het is lastig, voor lesgevers en voor studenten. Dat merk ik vooral als onderwijsdirecteur. We hebben de voorbije twee maanden voortdurend moeten omschakelen binnen de zogenaamde pandemiematrix. Dat heeft, opnieuw, veel flexibiliteit, creativiteit en weerbaarheid gevraagd van de hele universitaire gemeenschap. Niet iedereen kan dat nog opbrengen, en ik vrees dat er nu meer collega’s en studenten mentaal of fysiek afhaken dan in de eerste lockdown. Maar ik hoor ook vele mooie verhalen hoor. Toevallig sprak ik net voor dit interview met ouders van studenten taal- en letterkunde, die hun bewondering en dankbaarheid uitspraken over hoe onze universiteit en onze lesgevers deze crisis aanpakken. Dat doet plezier.

Het is allemaal verre van ideaal natuurlijk, en vooral de informele ontmoetingen met elkaar vind ik een groot gemis. Toch denk ik wel dat we professioneel gesproken ook nieuwe mogelijkheden hebben ontdekt.

Als onderwijsdirecteur sta je natuurlijk op een sleutelpositie, wat, zo kan ik me voorstellen, heel eigen moeilijkheden met zich meebrengt in deze ongewone tijden. Wat is de lastigste beslissing die je tot hiertoe moest nemen?

Kristoffel: Daar kan ik niet concreet op antwoorden. De lastigste beslissingen zijn die waar individuele personen bij betrokken zijn, en dat vraagt natuurlijk om discretie. Daar kan ik echt van wakker liggen (maar gelukkig enkel spreekwoordelijk dan, ik ben een instant-inslaapvaller). Beslissingen neem je als onderwijsdirecteur trouwens zelden alleen. Meestal ben je slechts een radertje in de machine; de beslissingen met de grootste impact (bijvoorbeeld in deze coronatijden) worden op een hoger niveau genomen, en die moet je dan zo goed en zo kwaad mogelijk (laten) uitvoeren. En voor moeilijke beslissingen binnen de faculteit is er het vijfkoppige faculteitsbestuur. De samenwerking met de decaan en de andere leden van dat bestuur is één van de prettige aspecten van deze functie. Hetzelfde geldt trouwens voor de dienst onderwijsondersteuning van de faculteit, een groep fijne en competente medewerkers.

We gaan het natuurlijk ook over leuke dingen hebben: ‘proficiat’ is namelijk aan de orde! En dat naar aanleiding van de recente goedkeuring van een meerjarig onderzoeksproject binnen de Database of Byzantine Book Epigrams (DBBE), de onderzoeksgroep waarvan je al jaren aan het roer staat. Hoe was het om die aanvraag voor te bereiden (en binnen te halen!) in tijden van crisis?

Kristoffel: Dank je! Ja, ook vreemd. De procedure voor de aanvraag van een GOA (“Geconcerteerde Onderzoeksactie”) bij het Onderzoeksfonds bestaat uit twee stappen. De zogenaamde intentieverklaring moest ingediend worden in december vorig jaar. Toen zaten Floris (Bernard), Ilse (De Vos) en ikzelf tegen de deadline te werken op de Blandijn, op adrenaline, frieten en cola, ondertussen bellend en mailend met de collega-aanvragers. Dat zijn collega’s Grieks Mark (Janse) en Klaas (Bentein), en collega’s uit de geschiedenis (Els De Paermentier), de toegepaste taalkunde (Els Lefever) en de computerwetenschappen (Guy De Tré). Maar voor de tweede ronde hebben we alles online moeten doen. We hebben elkaar met het hele team in 2020 maar één keer gezien, voor de try-out van de presentatie van het project voor de Onderzoeksraad eind september. Maar sindsdien ligt de champagne te wachten tot we eindelijk nog eens met het hele team kunnen samenkomen.

We gaan uitzoeken wat nieuwe technologieën kunnen bijbrengen voor de exploratie en analyse van Byzantijnse epigrammen en manuscripten, en omgekeerd. Ik ben echt benieuwd naar de samenwerking met de specialisten in NLP (natural language processing) en grafendatabanken.

Kan je ons al iets verklappen over de wetenschappelijke wegen die DBBE inslaat met dit nieuwe project?

Kristoffel: We willen blijven inzetten op de uitbouw van ons unieke corpus boekepigrammen, waaraan we nu al 10 jaar werken met een fantastisch team. Er komen daarnaast ook vier doctoraatsprojecten, die we zullen laten starten na corona. Twee ervan liggen binnen onze comfortzone (manuscriptstudie en taalkunde), de andere twee verkennen onbekender terrein, zeker voor mij. We gaan uitzoeken wat nieuwe technologieën kunnen bijbrengen voor de exploratie en analyse van Byzantijnse epigrammen en manuscripten, en omgekeerd. Ik ben echt benieuwd naar de samenwerking met de specialisten in NLP (natural language processing) en grafendatabanken.

Tot slot: wat doe jij tijdens het weekend in deze tweede lockdown? Heb je ultieme tips om te delen?

Kristoffel: Vloeken op corona omdat ik buiten de eigen bubbel niemand mag vastpakken. Verder niets spectaculairs. Meer dan anders: wandelen en fietsen, lezen en een serietje kijken, musiceren, klussen en koken. Recente ontdekkingen: het Bruinbos en omgeving (Merelbeke), Fauda (Netflix – als je een sterke maag hebt), lamsstoofvlees met kweeperen (en harissa – als je een sterke maag hebt).

Een sterke maag, die zal je ook nodig hebben wanneer die champagne eindelijk gekraakt mag worden. We duimen met z’n allen dat dit moment snel mag komen!