Medewerker van de maand (juni 2023): Nadia Sels

Het academisch jaar loopt weer op z’n einde, en we zijn blij dat we onze illustere medewerker van de maand juni nog even konden strikken voor de zomer. Professor Nadia Sels doet zowel aan de UGent als aan de UHasselt boeiend onderzoek naar kunst en mythe. Evelien Bracke sprak met haar over beide – en over een historische dinner party

Dag Nadia, wat fijn om even met jou te spreken. Veel van onze lezers zullen je kennen als professor Griekse mythologie binnen onze afdeling. Als thema blijft mythologie ons ook nu nog eindeloos fascineren. Vind je na zovele jaren onderzoek nog onverwachte of nieuwe interpretaties van mythen die je goed kent?

Ja hoor, deels omdat de interpretatieve mogelijkheden vaak heel ruim zijn, en deels omdat verhalen nog voortdurend hedendaagse herschrijvingen krijgen. Maar anderzijds moet ik toegeven: ik duik tegenwoordig liever in niet-Griekse mythologie, zoals de Indische Mahabharata of de Popol Vuh van de Maya’s. Daar kom je vaak verwante thema’s of zeer vergelijkbare verhalen tegen, maar verteld tegen de achtergrond van een cultuur die zo anders is dat het je interpretatie radicaal bemoeilijkt. Dat soort weerhaakjes die zich tegen een vlotte interpretatie verzetten, daar kan ik minstens evenzeer van genieten als van een perfect sluitende duiding. Overigens hoef je mythologie ook niet enkel als een betekenismachine te zien: dat is het zeker, maar het is evenzeer een compositie van esthetische indrukken en emoties, vergelijkbaar met muziek. En ook op die muziek zijn de variaties eindeloos.

Wat sommige lezers misschien niet weten, is dat je ook aan PXL-MAD en de UHasselt verbonden bent, als docent kunstgechiedenis en coördinator onderzoek in de kunsten. Wat houdt je functie aan de UHasselt zoal in, en is er inhoudelijke overlapping tussen beide posities?

Ik zie kunst en mythologie, en dus ook mijn twee vakgebieden, graag in het verlengde van elkaar. Beeldende kunst is een belangrijk aspect van de mythologische verbeelding, en omgekeerd zijn er heel wat kunstenaars die werken met mythes of mythische denkbeelden. Maar de echte gemene deler is wat mij betreft het feit dat zowel kunst als mythologie (onder andere!) pogingen zijn om de wereld te interpreteren via verbeelding, via processen van metaforisch denken. In die zin lopen ze naadloos in elkaar over.

Hans Blumenberg, mijn favoriete denker over mythe en metafoor, stelt dat “het hebben van een wereld altijd het resultaat is van kunst”. Daarmee bedoelt hij dat de wereld niet inherent betekenisvol is, en dat het al zeker niet vanzelfsprekend is dat we ons meteen in onze chaotische, verhakkelde ervaring van die wereld kunnen oriënteren. Dat we de wereld alleszins soms als overzichtelijk en betekenisvol ervaren, is voor hem een klein wonder, en het resultaat van een voortdurend ‘werken aan de mythe’. Met dat ‘werk aan de mythe’ bedoelt hij alle activiteiten waarin we onze ervaringen omzetten tot betekenisvolle denkbeelden en verhalen – een proces dat nooit stopt en dat zich uitstrekt van de oudste verhalen en denkbeelden van de mens tot de nieuwe strategieën om naar de wereld te kijken die zich kunnen ontwikkelen in de kunst.

Concreet begeleid ik in Hasselt doctoraten in de kunsten, een relatief nieuw genre in de academische wereld. Artistieke disciplines hebben hun eigen vorm van expertises – dat is het uitgangspunt van artistiek onderzoek. Dat kan gaan over een soort belichaamd weten, over technische kennis, maar zeker ook over een soort in kunst geïmpliceerd denken doorheen de beelden en het contact met materialen. Het is een razend interessant veld waar nog veel kan gebeuren.

Overigens hoef je mythologie ook niet enkel als een betekenismachine te zien: dat is het zeker, maar het is evenzeer een compositie van esthetische indrukken en emoties, vergelijkbaar met muziek. En ook op die muziek zijn de variaties eindeloos.

We horen je regelmatig op de radio spreken over mythen, en dan vooral vrouwelijke personages in mythen. Waarom denk je dat onze huidige cultuur zo gefascineerd is door precies de vrouwelijke personages uit de oudheid?

Het is een inhaalbeweging, natuurlijk, en een noodzakelijke reflectie over cultureel erfgoed en de genderpatronen die erin geïmpliceerd zijn. Het is geen geheim dat die lang niet altijd vrouw- (en man-!) vriendelijk zijn, en om die reden gaan er zeker in de Angelsaksische wereld wel eens stemmen op om teksten zoals de Odyssee (die overigens verrassend veel krachtige vrouwelijke personages bevat) gewoon uit het curriculum te halen. Persoonlijk geloof ik daar absoluut niet in – waarom zou je jezelf qua historische kennis een oog uitsteken? Een analyse en kennis van die teksten is juist een fantastisch wapen om de taal en de redeneringen achter misogynie te leren kennen en te ontmantelen.

Tegelijkertijd is er ook een tendens om de verhalen van vrouwenfiguren uit de mythologie vanuit vrouwelijk perspectief te herschrijven of te herbekijken. Een interessant boek dat ik niet zo lang geleden in het radioprogramma Voorproevers mocht bespreken is De Kruik van Pandora van Natalie Haynes. Eén van de interessante conclusies die ze trekt is dat de antieke bronnen vaak lang niet zo vrouwonvriendelijk zijn als de negentiende- en twintigste-eeuwse hervertellingen. We denken vaak dat we die verhalen kennen, maar eigenlijk zijn ze vaak veel gelaagder dan gedacht.

Eén van je meest recente publicaties (link) gaat over autotheorie. Niet al onze lezers zullen deze theorie al kennen. Kan je daar iets meer over vertellen – en van waar je eigen interesse hierin?

Je hebt het over Project Passage, een onderzoeksplatform aan de UHasselt waar ook een online journal aan verbonden is. Het is een project waar ik voornamelijk mee ingestapt ben omwille van het voortreffelijke gezelschap van Kris Pint en Maria Gill Ulldemolins, twee collega’s die me ook persoonlijk zeer dierbaar zijn.

Autotheorie is een term die verwijst naar een verscheidenheid aan tekstuele genres (kritische memoires, creatieve kritiek, performatief schrijven…) die persoonlijke, belichaamde ervaringen expliciet als instrument wil gebruiken binnen kritische reflectie. Hoewel je voortdurend leest en kijkt vanuit je eigen ervaringen en lichaam wordt die subjectieve dimensie vaak verdoezeld in academische teksten. Autotheorie kijkt – met wisselend succes, naar mijn eigen mening – naar hoe het anders kan. Wie meer wil lezen kan terecht op de website van Passage.

[Anne Carson] schrijft dat ze zich nooit meer levend heeft gevoeld dan wanneer ze verliefd was of naar kennis zocht, […] ervaringen waarin er iets is dat je van jezelf weglokt. Voor de kennis van de oudheid is dat bij uitstek het geval: er is altijd iets dat je ontglipt, en precies daarnaar blijf je verlangen.

Om te eindigen, een historical dinner party! Je hebt al zoveel onderzoek gedaan naar moderne theorieën rond mythologie, moest je een dinner party mogen organiseren met één mythologische figuur en één moderne theorist, met wie zou je dan graag eens een avondje doorbrengen?

De theoreticus is een makkelijke keuze, als ik het begrip wat mag opentrekken tenminste. Ik zou ontzettend graag de benen onder tafel steken met Anne Carson, een Canadese classica en vertaalster van antieke teksten die ook nog eens een van de meest briljantste schrijfsters is die ik ken. Haar essay Eros, Bitterzoet, bijvoorbeeld, over het concept van liefde en verlangen bij de Griekse lyrici, is een van de mooiste pleidooien voor de waarde van de Oudheid die ik ken. Een vlijmscherpe filosofische analyse van de mythologische en poëtische taal rond het Griekse concept van eros, maar ook een betoog over de erotiek van vertalen en de studie van het verleden. Ze schrijft dat ze zich nooit meer levend heeft gevoeld dan wanneer ze verliefd was of naar kennis zocht. In beide gevallen zijn het ervaringen waarin er iets is dat je van jezelf weglokt. Voor de kennis van de oudheid is dat bij uitstek het geval: er is altijd iets dat je ontglipt, en precies daarnaar blijf je verlangen.

Het mythologische personage is moeilijker. Meestal zijn het niet zo’n fijne figuren, zeker de goden niet. Goden al dan niet uitnodigen is trouwens een uiterst heikele kwestie, die niet anders dan slecht kan aflopen: nodig er één uit, en een andere god voelt zich gefnuikt en neemt je te grazen. Maar als ik er dan toch een moet kiezen wil ik graag de naamloze god uit Kavafis’ gedicht ‘Antonius door zijn god verlaten’ van Kavafis op bezoek vragen. In dat gedicht wordt een subliem beeld opgeroepen van een onzichtbare stoet die onder betoverende muziek ’s nachts uit de stad Alexadria wegtrekt, een teken dat de gunst van de goden Marcus Antonius verlaten heeft. Misschien kan die stoet na al die eeuwen zwerven bij Anne en mij aanschuiven. Dat wordt een verrukkelijke avond!

Bij zo’n dinner party zouden we ook wel willen aanschuiven! Alvast bedankt voor het prachtige interview, Nadia.