Podcast episode 2: Alain Debbaut

Het begin van de lente wordt ingeluid met een nieuwe episode in onze podcast-reeks, waarin enkele van onze alumni terugblikken op hun tijd aan onze faculteit en in onze afdeling. Wat houdt hen deze dagen zoal bezig, wat betekenen Grieks en/of Latijn nog voor hen, en hoe denken ze terug aan hun studententijd? Deze #memoiresvaneenhellenist bevatten leuke anekdotes, een vleugje nostalgie en vooral veel liefde voor de klassieke talen. In deze nieuwe episode spreken we met Alain Debbaut over zijn helden van de Griekse vakgroep en over sociale kwesties in de Homerische epen. 

 

 

 

Mijn naam is Alain Debbaut. Ik ben geboren in Sint-Niklaas, deed er de Latijn-Griekse in het Sint-Jozef-Klein-Seminarie en koos heel bewust voor studies Klassieke Filologie, ook al maakte mijn omgeving me meermaals duidelijk dat je met dat Latijn en Grieks niets kon doen in het ‘werkelijke leven’.

Ik studeerde aan de toenmalige Rijksuniversiteit Gent van 1979 tot 1983.

Net afgestudeerd kreeg ik de kans om voltijds aan de slag te gaan aan leraar in het Sint-Lodewijkscollege in Lokeren. Een ongelofelijk geluk, want ik heb geen andere school gekend dan die waar ik nu nog altijd les geef.

De twee personen die me in mijn studententijd het meest beïnvloed hebben zijn Danny Knecht en Roger Thibau.

Danny Knecht gaf toen als assistent grammatica (syntaxis van de naamvallen) en vooral Vergilius. Hij heeft me echt kennis laten maken met deze schrijver. Ik herinner me zijn lessen over het derde boek van de Georgica nog heel goed. Niet alleen gaf hij schitterend les, maar ook was hij een zeer aimabel man, in zijn glazen bureau in de seminariebibliotheek Latijn, in een hoek van de tweede verdieping. Altijd aanspreekbaar, geduldig, met zijn koffie HAG, gezet door de lieve secretaresse van het departement klassieke talen, mevrouw Baetslé…

De tweede is, misschien wat verrassend, Roger Thibau. Op het einde van mijn tweede kandidatuur hield hij me vaderlijk een spiegel voor van de bleke en ietwat ‘nerdige’ student die ik toen was. Op het mondeling examen Historische Grammatica van het Grieks en Latijn ging ik danig de mist in, wat hem de woorden ontlokte: “Je heb de cursus proberen studeren als een papegaai, maar zelfs daar ben je niet in geslaagd.” Uiteindelijk bleek hij me twee keer een tien te hebben gegeven. Ik vermoed dat dit eerst onvoldoendes waren, die op de deliberatie bijgesteld zijn naar tien, omdat mijn andere examens zeer goed waren geweest. Hij had in elk geval gelijk en heeft me toen wel wakker geschud. Het jaar daarop kreeg ik op het proefwerk Modern Grieks van hem het mooie compliment dat ik eindelijk student was geworden.

Dit hangt samen met mijn favoriete herinnering uit mijn studententijd: het jaar dat ik praeses ben geweest van de Klassieke Kring, in 1981-1982. We organiseerden een driedaagse ‘studiereis’ naar Trier, met de trein, waaraan ik zeer goede herinneringen heb. En het jaar daarop, toen de Klassieke Kring zijn 50ste verjaardag vierde, mocht ik als ‘propraeses’ namens de studenten de gelegenheidstoespraak houden tijdens de academische zitting (waarop Kristoffel Demoen trouwens piano speelde…).

Ik vind Thersites nog altijd zeer actueel, in mijn begaan zijn met sociale rechtvaardigheid en engagement voor een betere wereld!

De passage uit de Griekse literatuur die me het meest aan het hart ligt, is het Thersitesfragment uit de tweede zang van de Ilias (211 e.v.). Thersites, de ‘lelijkste man voor Troje’ (en de enige die uitvoerig wordt beschreven, omdat alle andere helden uiteraard knapperds zijn), geeft luidop kritiek op het desastreuze beleid van Agamemnon. Pest waart rond in het Griekse legerkamp en Agamemnon denkt volgens Thersites alleen aan goud en de seksslavinnen in zijn tent. Heerlijke verzen, zeker wanneer hij de andere Grieken, die zich niet durven te verzetten, schijtlaarzen en ‘jeanetten’ noemt (Ἄχαιίδες, οὐκέτ’ Ἀχαιοί). Achteraf krijgt Thersites voor zijn onbeschaamde uitval wel een stevig pak slaag van Odysseus, met goedkeuring van het hele leger en plengt hij hete tranen van pijn… Uiteraard moet men de Thersitesfiguur zien als een emanatie van de 8ste-eeuwse contestatie vanwege een opkomende burgerij tegen de almacht van de grondadel, die met geweld haar positie verdedigt, en dat in de tijd dat de redactie van de Ilias tot stand kwam, maar ik vind hem nog altijd zeer actueel, in mijn begaan zijn met sociale rechtvaardigheid en engagement voor een betere wereld! En daarom geef ik dit fragment ook graag in de klas.